zondag 1 mei 2016

Na-oorlogs kind deelt en verbergt traumatisch verhaal van ouders

Een lang verhaal.
Het was eind jaren zeventig, Yuri Voogd had me in CafĂ© Frascati aan Harry de Winter voorgesteld. Harry en ik raakten in gesprek en ik vertelde hem hoe ik als zevenjarige met mijn ouders van Mokum naar het hoge —nog niet ontsloten— noorden was verhuisd, dat ik mijn vaders woorden 'er is niemand meer' letterlijk nam, en dacht dat wij tweetjes de enige overlevende Joden waren. Hand in hand keken we naar de Laatste der Mohikanen, allebei huilend toen de film voorbij was.
Frascati ging dicht en ik was pas aan het begin van onze Exodus; ik zette mijn verhaal voort aan een tafeltje van een heel rustig Mazzo, het zal een maandagavond zijn geweest. Toen ik mijn verhaal had gedaan hebben we nog een broodje shoarma gegeten bij Cohen. Je moet dat verhaal opschrijven, zei Harry, ik leen je wel een typemachine.
Early IDTV Digs
Brother help! 
De eerstvolgende vrijdagmiddag tegen vijf uur fietste ik naar het allereerste kantoor van IDTV op de Kloveniersburgwal (in mijn herinnering op de hoek bij de Amstel), en kreeg een elektrische Brother typemachine met reserve lint cassette mee. Tijdens het weekeinde typte ik het begin van mijn verhaal. Brother! Dat tikte veel lekkerder dan de draagbare Remington die mijn vader me gaf  op mijn elfde verjaardag. Op maandag leverde ik de Brother weer in op de Kloveniersburgwal.

Harry was mijn eerste sponsor!
Eerste notities verhaal
Toen het verhaal af was durfde ik het niet te delen. Zo'n tien jaar na mijn vertelling gaf ik hem in handen wat ik geschreven had. Niet lang daarna stelde hij me tijdens een verjaardagsfeestje voor als schrijfster van IDTVs nieuwe film. Ik kreeg het Spaans benauwd. Bang te zullen worden gevonden —zo diep zat die angst voor vervolging er in— repte ik me naar het IDTV pand aan de Sarphatikade om mijn materiaal terug te vragen. Zijn dramaturge had er nog niet naar kunnen kijken, zei ze. Gelukkig maar, dacht ik toen.

Eindelijk uit de kast?
Volgend jaar bestaat ID-TV 40 jaar. Het is tijd dat ik uit de onderduik kom met mijn verhalen, het zijn er nu heel veel meer; een biografie over mijn vader; een roman over hem en moeder, hoe zij hem er toe bracht beeldend kunstenaar te worden; een autobiografische roman over het opgroeien met een vader die twee wereldoorlogen overleefde en een moeder die chronisch psychotisch was, en hoe die ervaring mij klaarstoomde om later, heel veel later de ergste ervaringen te kunnen doorstaan.
Ja, het is hoog tijd.
Waarom het veertig jaar heeft geduurd is een verhaal op zich.


Deze tekst by Judith van Praag is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.