donderdag 30 augustus 2012

Dikke, goedgevulde of platte tiet?

DE HEMA HEEFT HET!

Foto: HEMA ontwerp Hiske Elferink
Hiske Elferink van de TU Delft heeft de HEMA ontwerpwedstrijd publieksprijs 2012 gewonnen met haar Decolleté portemonnee (ik typte portemonnaie —fout!). Terwijl ik haar de prijs niet misgun, vraag ik me af of de juryleden wel echt nagedacht hebben over de werkelijke werkzaamheid van het ontwerp. Ja, de portemonnee voldoet aan de criteria die de ontwerpster zichzelf had gesteld.
'simpel, spatwaterdicht en wasbaar, blijft op z’n plek zitten en er past ongeveer vijf euro aan kleingeld, wat papiergeld en een pas in.'
Volgens mijn vader hadden de paarden en veehandelaren het op de markten altijd over de 'dikke tiet' in de zin van een goedgevulde beurs die ze uit hun binnenzak haalden, op de plaats van het hart, of de tiet. Is het mijn fantasie die op hol slaat wanneer ik denk dat het leven van een rijke veehandelaar wel eens gered kan zijn geweest door zo'n stevige portefeuille (typisch voor biljetten, want kleingeld, dat hield de man natuurlijk in zijn broekzak)? Misschien heb ik het wel eens hier of daar opgevangen, dat een kogel of messteek niet door die laag leer en papier kon komen. Hoe dan ook, zo'n eenzijdige dikke tiet betekent voor een veehandelaar dat hij goed boert.

Zal de draagster van een décolleté portemonnee een zelfde indruk maken, met één van de cups raar afgeplat, en zou ze dat leuk vinden?

Het doet me denken aan de hard kanten torpedobustenhouder die mijn moeder voor me kocht toen ik een tiener was. Bij het slow dansen op het schoolfeest was mijn huid niet alleen geschaaft door die ellendig harde stof, beide cups waren ingedeukt! En dat zag je meteen zodra mijn danspartner en ik ons van elkaar losmaakten. Schaamrood op mijn kaken!

De naam van winnende ontwerp is misleidend. Vrouwen stoppen al eeuwig waardevolle zaken in hun decolleté. Dat is de gleuf tussen de borsten, en slaat niet op de borsten zelf, ook al hangt de schoonheid van een decolleté natuurlijk wel af van het borsenpaar. Papiergeld in je bh schuiven, dat is tot daar aan toe, maar papiergeld, kleingeld en een pas in een beursje boven op je tiet? Dat lijkt mij nou echt helemaal niets!

Wat denk jij?

Afgaand op de reakties op de Facebook Pagina van de HEMA zien vrouwen het juist wel zitten. Eentje schrijft: 'Hoe groter de cup, des te meer er in past.' Hoe kan dat nou, denk ik bij mezelf. En opeens dringt tot me door dat de nieuwe bh's van die voorgevormde zijn, met extra schuim waardoor de buste groter en ronder lijkt. Misschien dat het beursje de plaats van het schuim inneemt? Is het dan niet handiger om er maar meteen twee te maken, voor iedere cup eentje? Als ik mijn autosleutels er in kwijt kan, dan ben ik verkocht.

Deze tekst by Judith van Praag is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.

woensdag 22 augustus 2012

Ghost Writer Jan Cremer

Vanmorgen liet Jos Paanakker, een oude bekende van mijn middelbareschooltijd in Groningen, me weten dat hij een brief van Jan Cremer geadresseerd aan mij op Facebook had gelezen en dat hij (er) meer (van) wilde weten.

Toevallig (?) had ik net gisteren Cremer's brief van 17 februari 2010 beantwoord. Schaamteloos verlaat lijkt dat, maar in feite was de zijne een antwoord op mijn brief gedateerd 16 februari, 2010, dus de dag ervoor. Blijkbaar had ik destijds geen reden gezien om de correspondentie voort te zetten.

Zelfs toen ik een jaar geleden van Ferdinand Dorsman hoorde dat de zoon van Jan Cremer architect was, en we bedachten dat ik in ieder geval Cremer Jr. ter zijner tijd wel eens een rondleiding van de bibliotheek van Rem Koolhaas in Seattle zou kunnen geven, leek het niet nodig dat aan Sr. te schrijven. Ferdinand zou er voor zorgen het de Cremer's ter ore zou komen. Pas in maart van dit jaar kwam ik er achter dat Ferdinand niet lang na onze kennismaking overleden was.

Galerie Clement Poster
Bij het opschonen van mijn vijf e-mail accounts kwam ik mijn correspondentie met Jan Cremer over galeriehouder Alexander Donskoy tegen. Een goede reden om meteen terug te schrijven. Toen ik las dat de brief van Cremer aan mij op Facebook te lezen was sloeg de angst me even om het hart. Was mijn e-mail te lezen op het Internet? Wat had ik fout gedaan? Doe niet zo gek Piet Paranoiet, zei mijn redelijk denkend ego, Jan Cremer woont op Ibiza, evenals Jos, die oude bekende van jou. Ik stelde me die twee al voor, ieder met een espresso in de ene, en een iPhone in de andere hand, e-mail checkend bij de plaatselijke Hot Spot.

Waar vond je die brief? vroeg ik aan Jos op Facebook. Hij meldde even later enkel dat mijn naam al verwijderd was. Mijn speurneus leidde me via Ik Jan Cremer naar het Letterkundig Museum alwaar ik de volgende tekst tegenkwam:

Om de nieuwe generatie te bereiken en de oudere te laten nagenieten, worden Cremers social media bijgehouden in de stijl van de Jan Cremer uit de jaren zestig. Rebels, opstandig en een tikje seksistisch. Zijn status-updates zijn doorspekt met originele citaten uit zijn oeuvre.
Aangezien Cremer ook andere dingen te doen heeft, wordt hij geassisteerd door de jonge schrijfster Elfie Tromp. Zij houdt zijn dagelijkse updates bij en speelt belangrijke reacties door naar Cremer. Zo is hij online toch vindbaar, ook voor een nieuwe generatie.
Aha!
Ondertussen dacht ik toch ook: Mijn naam verbonden aan die van Jan Cremer in een correspondentie, dat is leuk. Goed voor de toekomst van mijn boek over een diamantslijper/ kunsthandelaar/ entrepreneur die na de 2de Wereldoorlog kans ziet professioneel kunstenaar te worden dankzij de Beeldende Kunstenaars Regeling oftewel BKR. Een man die rond zijn 50ste de wens van zijn geliefde in vervulling laat gaan —kunstenaarsvrouw te worden— opdat zij hem een kind zal willen schenken.  

Blijft de vraag: Waar is die brief nu toch te lezen, en wie heeft 'em geplaatst, Cremer zelf, of Elfie Tromp?
  
Deze tekst by Judith van Praag is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.

woensdag 15 augustus 2012

De beste schrijfdocenten van de wereld

Op Facebook zie ik de omslag van nummer 3 van het blad Schrijven met het portret van Robert McKee. Inzoemend op de foto kan ik de bijgaande tekst lezen: 'Wie is deze man en waarom is hij de beste schrijfdocent van de wereld?'

'Eén van de beste', zou ik zeggen, want de populariteit van John Truby's Writers Studio liegt er ook niet om.


Truby's Advanced Screenwriting
In de periode 1989-'90 heb ik een aantal workshops bij John Truby gevolgd. Waarom bij hem en niet bij McKee? Het zal een kwestie van aanbod op het moment dat ik daar was zijn geweest. Hoe dan ook was ik tevreden met mijn keuze. Truby wist waar hij het over had, en ik gebruikte zijn 'story analysis' om lijn te geven aan een verhaal waar ik mee bezig was. Ik maakte Outlines for een paar scenario's en vervolgens nam mijn leven een andere wending. Ik stopte mijn notities en de casette met tapes in een lade en vergat de rest. Althans daar leek het op.

In november 2010 schreef ik onder auspiciën van NaNoWriMo (National Novel Writing Month) een roman. Het ging in feite om een verhaal dat voorafging aan dat van een ander boek. Een paar maanden later, i april, werd door het NaNo team Script Frenzy aangekondigd, en ik besloot om van mijn roman een filmscript te maken.

Hoewel ik zelfs 20 jaar eerder niet veel verder was gekomen dan het schrijven van een outline kwam wat ik geleerd, en blijkbaar toch goed opgeslagen had, weer boven. Dankzij tips van het ScriptFrenzie team kreeg ik het voor mekaar. Ik had mijn eerste scenario geschreven. Mijn tekst:

Dank aan NaNoWriMo & Script Frenzy plus
John Truby, de beste schijfdocent van de wereld.

Who helped you accomplish your goal?

Deze tekst by Judith van Praag is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.