zaterdag 19 januari 2013

Zwerfboek van hand tot hand in Nederland

Initiatief van Nederlands Fonds Kinderhulp lijkt leuk.
'Het idee van Kinderzwerfboek is simpel: kinderboeken met een zwerfsticker worden overal achtergelaten. Kinderen mogen ze gratis meenemen om te lezen. Ze moeten ze daarna wel weer laten zwerven. De zwerftocht van boeken kan worden gevolgd op onderstaande website.'

Is dit leuke idee echter wel zo fris?

Eigenlijk ben ik dankzij mijn moeder een 'smetvreesje', d.w.z. voor zover het mogelijk is om smetvrees met de paplepel in gegeven te krijgen. Pierre Spaninks zou daar wellicht, gezien zijn commentaar op een eerdere post m.b.t. dat gerei, wel eens meer licht op kunnen doen schijnen.

Nu waren mijn ouders wel enorme voorstanders van het lenen van boeken bij de bibliotheek, ik herinner me dat ik als peuter al de bieb aan de Prinsengracht bezocht, en mijn moeder nam me na aankomst op 't Allardsoog meteen mee naar de bibliotheek van de Volkshogeschool om me op te geven als lid, en sindsdien noem ik iedere bibliotheek, waar dan ook in de wereld mijn 'home away from home', toch haalde zij er toch ook een beetje haar neus voor op. Niet dat ze het lenen van boeken te min vond, maar er zat een luchtje aan boeken die door vele handen waren gegaan. Ze was bang dat er bacteriƫn aan kleefden.

Liever had mijn moeder dat ik mijn neusje stak in de exemplaren die mijn vader voor me bij Joachimsthal in Amsterdam bestelde, die aan het einde van het zandpad, midden in de weiden, op de grens van Groningen, Friesland en Drenthe door van Gendt en Loos werden afgeleverd.

Voor ieder boek over de Tweede Wereldoorlog dat ik samen met mijn vader bekijken (De Ondergang enzo) moest kreeg ik als beloning voor mijn aandacht een paar piksplinter nieuwe kinderboeken, waaronder b.v. Jeroen en de Zilveren Sleutel of Professor Zegelak en Lodewijk Losbol. Zo had ik binnen een paar jaar alle deeltjes van beide heldenseries van Daan Zonderland in mijn bezit. 


Toch bracht ik daarnaast van de bibliotheek stapels boeken thuis, waaronder Scheepsmaat Woeltje door Klaas Norel. Dikke boeken, die ik nauwelijks opzij wilde leggen om mijn boterhammetjes op te peuzelen. Voor mij zit er dus ook een luchtje aan de door mij als kind gelezen boeken, ik krijg meteen associaties met appelstroop of pindakaas. Mijn moeder waarschuwde me niet met mijn vingers in mijn gezicht te zitten,
'Je weet maar nooit wat degeen die voor jou het boek las onder de leden had!'
Zo'n opmerking vergeet je nooit, ik niet in ieder geval. Dus wanneer ik lees dat zwerfboeken van hand tot hand gaan, zonder dat er zelfs een bibliothecaris aan te pas komt, dan wordt het smetvreesje van weleer in mij wakker.
Leen ik boeken van de bibliotheek? Zeker weten. Neem ik boeken aan van vrienden die zeggen dat ik het maar moet doorgeven wanneer ik het uit heb? Ja, ook dat heb ik wel eens gedaan, hoewel eerlijkheid me gebiedt te zeggen dat ik een goed boek maar met moeite doorgeef, dat wil ik weer willen kunnen inkijken. Maar dat is een ander verhaal. Hoe ga ik om met de door mijn moeder ingegeven angst? Ik luister naar haar wijze woorden, en denk er het mijne van.

Als je maar goed je handen wast, en niet aan je gezicht zit.

Deze tekst by Judith van Praag is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.

Geen opmerkingen: